Je toont echt wel karakter als je je waagt aan deze mars en hem uiteindelijk bij kunt stempelen op je Kennedy Walker of zelfs Long Distance Walker kaart. Zeker als de weersverwachting regen voorspelt en het staartje van de winter nog zichtbaar is.
Bovenstaand stond in het verslag van de 7e Kennedymars Winterswijk – Arnhem. Voor de eerste keer was er ook een Long Distance, een tocht van 110 km, deze begon in Borken (Duitsland). Van deze lopers hadden wij geen last. Ze werden opgehouden zodat wij ze voor bleven en de rusten niet opeens overvol zaten.
Voor de kennedymars begon de tocht om 23.00 uur ’s avonds. Wel laat, maar dat kon niet anders vanwege het pontje over de IJssel die pas vaart vanaf 9 uur. Ik was er al op tijd, ik liep rond kwart voor 10 de startlocatie in. Arjan en Jack en een aantal anderen zaten er al maar niet veel later kwamen nog meer bekenden binnen stappen. Het was weer een gezellig weerzien met de vele wandelvrienden zo na de ‘winterstop’ die toch eigenlijk niemand heeft gehad.
Om klokslag 11 uur werden we gelost door oud-deelnemer Hans Jager. Let’s go. We liepen het donker in en volgden de donkere asfaltwegen en redelijk verharde zandpaden de omgeving door via Miste naar Bredevoort, het leuke boekenstadje. Ik liep een stuk met Hein en gezelschap maar kwam later Angelique tegen en heb met haar de eerste 10 km afgelegd. Wel moest ik steeds stoppen, want mijn veters zaten continu los, om vervelend van te worden.
Bij de eerste wagenrust stond een lange rij, die gelukkig snel oploste en ook de moeite waard was want we kregen drinken, fruit en een broodje knakworst. Na een paar minuten zitten en eten vertrok ik weer samen met Dirk. Dirk en ik hebben de rest van de tocht samen gelopen. We gingen het donker weer in en kregen te maken met wat miezerregen en wat harde wind die over de vlaktes waaide. We liepen nu richting Varsseveld, hier was de eerste binnenrust op 22.3 km. Toen we daar aankwamen was het nog geen eens 3 uur. Zo, netjes gelopen zeg! De meute zat hier nog binnen want die mochten pas vertrekken om 3 uur. Toen zij wegwaren konden wij eindelijk zitten. Na een kopje thee liepen ook wij weer verder. Vlak voor we binnen kwamen was het al iets begonnen te spetteren, maar het werd nu iets erger. De regenjas kon aan. Gelukkig was het niet van al te lange duur, het bleef af en aan miezeren.
Het parcours in de nacht is pittig te noemen. Er zitten best veel onverharde paden in, dus je hebt hier je zaklamp wel nodig ondanks dat de maan schijnt. De paden zaten namelijk vol met kuilen of tractorsporen. We liepen een heel eind langs de rivier Boven-Slinge om uiteindelijk na 10 kilometer uit te komen bij een boerderij waar de volgende wagenrust was. Het ‘continu’ veters strikken was inmiddels overgegaan tot ‘continu’ plassen. Misschien nog wel erger.. In de nacht kun je nog mooi de bosjes in…maar die waren ver te zoeken dus het was af en toe improviseren met elektriciteitshuisjes of een boom langs het pad. Dus zat er ook niks anders op dan op deze wagenrust de dixi van binnen te bekijken. Als ik ergens een hekel aan heb…
Het laatste stuk van de nacht ging via mooie bospaden en bomenlanen naar Doetinchem. Maar eenmaal in Doetinchem waren we er nog lang niet. Eerst moesten we de lange Acaciastraat door en vervolgens de lange weg die ons naar de rust leidde.
Om half 7 kwamen we daar aan. Nog steeds in een prima tempo gelopen dus. Binnen konden we weer lekker warm en droog zitten en kregen we snert of tomatensoep. Ik koos tomatensoep, met snert heb ik niet zo’n goede ervaring in combinatie met een kennedymars. We zijn pas rond kwart over 7 weer vertrokken, maar niet na even de sokken verwisseld te hebben en nieuwe tape op mijn voeten te hebben gedaan. Ook werd een schoon shirt aangetrokken waardoor ik me we weer als herboren voelde toen ik de frisse ochtendlucht instapte. Kwart over 11 op de pont, grapte Dirk toen? Om snel te corrigeren: doe maar tussen half 12 en 12 uur.. We hadden 21 km te gaan tot de pont.
Het begon al licht te worden dus mijn reflectiehesje en zaklamp heb ik maar achtergelaten in de bagagetas, die weer keurig vervoerd werd richting Arnhem. We lieten Doetinchem achter ons en gingen richting Hoog en Laag Keppel. Mooie bospaden, licht glooiend, een prachtig stuk dit. Na weer 10 km gelopen te hebben zouden we een wagenrust krijgen, maar we kwamen uit bij het Hessenbad, een binnenrust. Wat een leuke verassing! Fijn om weer even op een stoel (en een wc) te kunnen zitten.
Het stuk wat volgde was het meest taaie stuk. Het bestond uit eerst 5 kilometer landweggetjes en daarna gingen we de 6 km lange dijk op naar Dieren. Op het moment dat we de dijk opstapten begon het te regenen. En die hield pas weer op in Dieren. Alsof het zo moest zijn…. Gelukkig hadden we het eerste deel de wind in de rug of van opzij en pas op het eind wat tegen. De broek was aan de zijkant flink natgeregend maar droogde later gelukkig snel op.
Voor ons liepen nog veel mensen, een voordeel van sneller lopen dan normaal. Andere jaren loop ik hier eenzaam en alleen, al dan niet met een wandelmaatje, in de achterhoede. De pont bracht ons naar de overkant. Gelukkig voer hij net weer 2 dagen. Er schijnt ook een brug uit te liggen dus ik ben benieuwd hoe we anders in Dieren hadden moeten komen.
Aan de andere kant van de IJssel konden we even droog zitten onder de partytenten en kregen we het langverwachte broodje hamburger. Lekker zo’n warm broodje. En warempel, het was kwart over 11 geweest. Hadden we zomaar 60 km in 12 uurtjes afgelegd. Ik werd steeds blijer. Binnen 16 uur finishen zat er nog in, maar ik wist ook dat dit heel moeilijk zou worden met de Posbank nog in het vooruitzicht. Wel wilde ik er nu alles aan doen om een mooie tijd neer te zetten want ik voelde me nog prima, was niet verstijfd en kon nog tempo maken.
We gingen Dieren door, en het bos weer in. Het klimmen begon en we mochten vanaf nu modder ontwijken. We stegen en daalden en ik genoot van deze mooie omgeving. Slechts 8 km verder waren we alweer bij het Paviljoen. Ook hier was een rust, in de kelder. Zoals bij elke rust troffen we ook hier oa Hein en Angelique weer. Echter gingen zij steeds eerder weg dan ons, en bij deze rust vertrokken wij voor hen.
We gingen verder door nationaal park de Veluwezoom en jeetje wat was het weer mooi hier. We moesten natuurlijk eerst een paar trappetjes op en af, lekker voor de spieren die tot nu toe niet gebruikt werden. We hadden een prachtig uitzicht en verbaasden ons erover dat er her en der toch nog flink wat sneeuw lag. We volgden een lange tijd het bekende fietspad om vervolgens nog wat klimmetjes te krijgen. De laatste klim voor was een lastige, steil en spekglad, maar eenmaal beneden waren we bijna aangekomen bij de laatste rust van deze tocht. Bij een chaletje was een tafel met lekkers uitgestald en ik liet me een beker cola en zakje chips goed smaken. Suikers en zout, het is gewoon af en toe nodig.
Het was half 3 en ik wilde weg, dan was half 4 nog haalbaar. Gek hoe je mentaal de ene keer zo sterk kunt zijn, en een andere keer er zo doorheen kunt zitten. We kregen weer een glibberig pad voor onze kiezen die ook nog wat omhoog liep. Pittig stukje, maar uiteindelijk verlieten we het bos en kwamen we bij kasteel Rozendaal. Ook Rozendaal lieten we snel achter ons, en we liepen Arnhem in. Het laatste stukje was ook taai, een flink eind langs een geluidswal en daarna nog dat lange stuk naar de sportvelden. Het was precies half 4 toen we het terrein opliepen. Yes, 16,5 uur na de start en ik was al binnen!
Een toptijd voor mijn doen. En dat bleek, want binnen was het eerste wat iemand tegen me zei: wat doe jij hier? Je bent veel te vroeg… en niet eens als laatste :D. Ik meldde me af en kreeg mijn 3tje en een diploma. Uiteraard werd de blauwe kaart ook weer gestempeld (nr 48) en heb ik me nog om kunnen kleden. Na wat drankjes met collega-wandelaars wilde ik met het pendelbusje naar het station maar dat bleek nog ruim driekwartier te gaan duren. Gelukkig waren Arjan en Carla zo lief om mij op het station af te zetten (waarvoor dank), maar zoals je dan zal zien…ik had de trein gemist dus kon hier een halfuur wachten.
Uiteindelijk was ik tegen 7 uur weer thuis, maar ik trok het niet lang. Ik heb gegeten en gedouched en om 9 uur lag ik al onder de wol, kapot! Maar o zo trots, want ik loop nooit een KM in 16,5 uur (is denk ik 1 of 2x eerder gebeurd, lang geleden) en zeker niet de eerste van het seizoen, met ook nog zo’n pittig parcours. Wat 18 kilo lichter en wat meer conditie al niet kan doen
. Op naar Ooltgensplaat, dat wordt de volgende kennedymars over slechts 3 weken.